Nieuwe kansen om ruimtelijke ontwikkelingen te torpederen?!


  Blogs, General news
by Iskander Haverkate

Advocaat Hemwood

Natuurlijk is iedereen bekend met het feit dat je alleen beroep bij de bestuursrechter kunt instellen tegen een bestemmingsplan, een milieuvergunning, of een uitgebreide afwijkingsvergunning, als je eerst zienswijzen hebt ingediend tegen het ontwerpbesluit. Dat staat in artikel 6:13 van de Awb. Bovendien mag je in beroep niet meer onderdelen van het besluit op de korrel nemen, dan je in de zienswijzen hebt gedaan. In vaktermen hebben we het dan over de “onderdelenfuik”. Aan deze praktijk is vrij abrupt een einde gekomen, in ieder geval tijdelijk. Wat is er gebeurd?

Op 14 januari 2021 heeft het Hof van Justitie van de EU uitspraak gedaan in een zaak die een milieuvergunning betrof en die viel onder de reikwijdte van het Verdrag van Aarhus. Het HvJ EU heeft in die uitspraak geoordeeld, dat het Verdrag van Aarhus zich er tegen verzet, dat je eerst verplicht een zienswijze moet indienen, voordat je toegang tot de rechter hebt. Tot zover is het duidelijk: artikel 6:13 van de Awb is in strijd met het Verdrag van Aarhus voor zover dit artikel je verplicht om in milieuvergunningzaken eerst een zienswijze in te dienen voordat je beroep kunt instellen.

(Rechts)onzekerheid bij indienen zienswijzen
De vraag was vervolgens wat dit arrest nu betekent voor alle andere zaken die (misschien) niet vallen onder de werking van het Verdrag van Aarhus. Op die vraag heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in zijn uitspraak van 14 april 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:786) een antwoord gegeven. In het kort komt het er op neer dat de ABRvS vindt dat artikel 6:13 van de Awb moet worden aangepast aan de uitspraak van het HvJ EU van 14 januari 2021.

Tot die tijd vindt de ABRvS dat ook in gevallen waarin iemand die beroep instelt tegen een bestemmingsplan of een uitgebreide afwijkingsvergunning, niet van die persoon mag worden verlangd dat die ook zienswijzen heeft ingediend tegen het ontwerp.

Het wordt anders wel erg ingewikkeld om van geval tot geval te bekijken of (een deel van) de vergunning waar het om gaat valt onder de werking van het Verdrag van Aarhus en dat leidt tot (rechts)onzekerheid, aldus de ABRvS in de uitspraak.

Implicaties van beroep indienen zonder zienswijzen
Voor de praktijk betekent dit in de eerste plaats dat het alsnog de moeite waard kan zijn om beroep in te stellen tegen een bestemminsplan, milieuvergunning, of uitgebreide afwijkingsvergunning, als je hebt nagelaten om zienswijzen in te dienen tegen het ontwerp besluit. Dat beroep is door deze uitspraak toch ontvankelijk. Ook mogen de beroepsgronden meer onderdelen van het besluit aanvallen, dan in een eventuele zienswijze is gebeurd.

Goed nieuws voor degenen die een ontwerp besluit hebben gemist, minder goed nieuws voor initiatiefnemers die dachten dat er geen-, of weinig zienswijzen waren ingediend en de beroepsprocedure met vertrouwen tegemoet kon worden gezien.

Het alsnog kunnen instellen van beroep en/of aanvullen van de zienswijzen in beroep kan betekenen dat de ontwikkelaar langer in onzekerheid verkeert over de haalbaarheid van zijn project. In theorie mag het zo zijn, dat elk bestemmingsplan of elke afwijkingsvergunning zodanig goed moet zijn onderbouwd, dat het weinig uitmaakt of er beroep wordt ingesteld of niet, maar met name in kader van de financiering van projecten kan het toch erg problematisch zijn als er onverwacht nog procedures moeten worden doorlopen. Vaak wordt immers de voorwaarde gesteld dat de vergunningen onherroepelijk moeten zijn voordat de geldkraan open gaat.

Is het strategisch handig om geen- of beperkte zienswijzen in te dienen?
Natuurlijk rijst tot slot ook de vraag of het vanuit strategisch oogpunt handig kan zijn om eerst geen-, of beperkte zienswijzen in te dienen, om vervolgens in beroep volledig los te gaan. Bedenk daarbij in ieder geval, dat de zienswijzen sinds 2005 bedoeld zijn als een vorm van voorinspraak en ook kunnen worden gebruikt om te proberen wijzigingen in het ontwerp besluit voor elkaar te krijgen. Dat werkt niet meer, als er alleen beroep tegen het definitieve besluit wordt ingesteld. Dan is het daarvoor te laat.

Veranderingen op lange termijn weinig invloed
Dit soort (voor)inspraak heeft in de praktijk gestalte gekregen in de “Participatie”, die steeds vaker wordt toegepast en in de Omgevingswet veel vaker verplicht wordt dan nu. Participatie kan goed worden gebruikt om de buurt en andere belanghebbenden te betrekken bij de gewenste plannen en om in vroeg stadium te proberen om consensus te bereiken.

Op korte termijn kan de uitspraak van de ABRvS handig zijn als een ontwerpbesluit is gemist, op langere termijn zal er weinig veranderen en doet een initiatiefnemer er verstandig aan om Participatie te organiseren.

Belanghebbenden doen er op hun beurt verstandig aan om de Participatie aan te grijpen om invloed uit te oefenen op het uiteindelijke besluit.

 

Dit is een bijdrage van HPP desicison-maker
Iskander Haverkate
Advocaat bij Hemwood
Docent bestuursprocesrecht bij de NOvA
www.hemwood.nl
iskander@hemwood.nl